Fietsen op de weg

Eén van de langste en zwaarste wielertochten rond Innsbruck. Vijf schilderachtige zijdalen van het Wipptal worden op één dag bedwongen. Eenzame weggetjes en pauzes in idyllische bergrestaurants inbegrepen.  De toer start in zuidelijke richting door de Innsbrucker stadsdelen Pradl en Amras en voert via slot Ambras, Aldrans en Lans naar Patsch en verder over de Römerstraße in het Wipptal. De toer is zwaar en omvat enkele steile passages. In totaal zijn er 2.600 hoogtemeters te overwinnen. Het decor is wel fantastisch: oorspronkelijke dalen, alpiene uitzichten en heldere lucht maken de tocht tot een waar genot.   De toer kan op ieder moment worden ingekort, doordat men afzonderlijke dalen overslaat. Wie nog energie en zin heeft, verlengt de toer nog bij het plaatsje Gries. Na het Obernbergtal bestaat de mogelijkheid, de Brennerpas te bedwingen. Dat betekent tien extra kilometers en 200 hoogtemeters.  Traject van de route:  Innsbruck -Patsch-Ellbögen-Matrei- Navis-Steinach-Gschnitz- St.Jodok-Schmirntal-Valsertal-Gries am Brenner-Obernbergtal-Wipptal-Innsbruck.

Korte, populaire wielertocht, die door de lokale bevolking op de vrije avond als "After work"-ronde wordt gereden. Het traject loopt via een eenzame, kleine weg. Er wachten mooie uitzichten en enkele hoogtemeters op de fietsers. Routeverloop: Innsbruck - hoogplateau Gnadenwald - Inntal - Volderwald - Aldrans - Innsbruck

De wielertocht voert van Innsbruck via Gnadenwald verder naar Brandenberg en weer terug naar het uitgangspunt. Na Brandenberg volgen gedeeltelijk vlakke stukken door het Inntal. Daarvoor is er een veeleisend uitstapje over het hoogplateau van Gnadenwald ten oosten van Innsbruck. Routeverloop:  Innsbruck - hoogplateau Gnadenwald - Inntal - Kramsach - Brandenberg - Volders - Innsbruck

Gemoedelijke ronde door het Inntal en Ranggen. Vanaf Innsbruck eerst ten noorden van de Inn gemoedelijk op de Bundesstraße (rijksweg) inrijden naar Telfs. Daarna langs de andere kant van de Inn via Inzing terug, en met een uitstapje en een paar hoogtemeters naar Ranggen en Oberperfuss en terug naar Innsbruck.  

De Höttinger Höll (holle weg): in de sporen van de wereldkampioenen    Het was hét zwaartepunt van de wegwedstrijd van de heren elite bij de WK Wielrennen 2018 en het steilste gedeelte van de WK – de Höttinger Höll met een maximale stijging van 28%.   De toer start echter gemoedelijk in het hart van de stad bij het Tiroler Landestheater en verloopt langs de keizerlijke hofburg en de Burggraben. Aan de linkerzijde is een blik in de Maria-Theresien-Straße toegestaan, aan de rechterzijde laat het beroemde Huis met het Gouden Dak zich zien, voordat het via de brug over de Inn naar de andere zijde van de Inn gaat.   De smalle Höttinger Gasse brengt de eerste stijging en leidt naar de Höttinger Kirchplatz – hier moet links worden afgebogen naar de Schneeburggasse. Na een kleine 200 meter begint de stijging naar de Dorfgasse en verder in de steile Gramartstraße, waar de korte maar „duivels“ zware maximale stijging van 28% wordt bereikt. De hartslag gaat tekeer, de kuiten branden, maar het doel, de extreem steile passage te overwinnen zonder af te stappen, is onder handbereik. Het is volbracht!   In een kalme stijging voert het traject aansluitend over de Gramartboden naar de Hungerburg, voordat de supersnelle en technisch uitdagende afdaling via de Höhenstraße de sporters weer naar Innsbruck brengt. Een scherpe bocht naar links op de Höttinger Kirchplatz voert in de Riedgasse en via Innstraße, Kettenbrücke en Rennweg gaat het terug naar het uitgangspunt voor de keizerlijke hofburg. Overigens: met een „hel“ heeft deze steile passage niets te maken – het woord komt van het Tiroolse „Hehl“, wat holle weg (of grub is een weg die is uitgesleten door uitspoeling door hemelwater en/of door veelvuldig gebruik, waardoor de weg tussen twee hellingen ligt). En precies dat is de Höttinger Höll: een extreem steile holle weg op de Gramartboden in het noorden van Innsbruck.

Korte maar schitterende toer omhoog naar de Hinterhornalm. Door de beklimming aan de zuidzijde is de tocht het meest geschikt vroeg in de morgen of laat in de namiddag. De route begint in Innsbruck en voert eerst in noordelijke richting over de Dörferstraße. In het plaatsje Thaur buigt de weg af naar links in de richting van het hoogplateau Gnadenwald. Als u daar bent aangekomen, begint de steile klim naar de Hinterhornalm. Een uitdagende zes kilometer met een gemiddelde stijging van elf procent leiden naar boven. Op de Hinterhornalm loont zich een pauze in het almrestaurant. Koele drankjes en almspecialiteiten worden ook op het zonneterras geserveerd. Hier geniet u van een prachtig uitzicht over het Inntal en kunt u paragliders bij de start op de nabij gelegen weide gadeslaan.  De terugweg gaat via dezelfde route. Als alternatief kan de route vanuit Gnadenwald worden verlengd. Wie links afslaat, rijdt een kleine lus via de dorpen Fritzens of Terfens. Aansluitend leidt het fietspad langs de Inn terug naar Innsbruck.  Traject van de route: Innsbruck-Gnadenwald- Hinterhornalm-Gnadenwald-Innsbruck  

Naar boven richting Lüsener Tal naar waarschijnlijk het mooiste einde van een dal in Noord-Tirol: Het Lüsener Tal is een perfecte bestemming voor een korte maar veeleisende rit door idyllische bergdorpen. Als beloning wacht aan het einde één van de mooiste daleindes in Noord-Tirol, omringd door meerdere bergen van 3.000 meter.  De route gaat overwegend langs weinig bereden straten. Door kleine plaatsjes en gehuchten gaat het vanuit de bruisende stad naar hoogalpien terrein. De directe nabijheid tot Innsbruck is in het Lüsener Tal niet meer voelbaar; men is midden in de bergwereld aangekomen. 

De tocht naar het Seefelder Plateau voert via een echt steile beklimming naar Mösern. Na de klim heeft men een kleine ronde met veel uitzichten over Seefeld en Leutasch voor de boeg, voordat het terug het Inntal ingaat. Daar voert de route aan de andere kant van de Inn via meerdere dorpen terug naar het uitgangspunt.

Via Ranggen en Oberperfuss gaat het op een mooie panoramaweg naar boven. Na de afdaling in het Sellraintal leidt de route over de andere zijde van het dal kort bergopwaarts en over Axams, Götzens en Natters terug naar Innsbruck.  Vlak rollend tot Kematen. Tot Ranggen aangename stijging, echter kort na Oberperfuss komt een zeer steile, zeer uitdagende helling, die moet worden overwonnen. Na Sellrain korte klim, daana echter constant licht en probleemloos dalend.

Innsbruck - Gnadenwald - Volders - Tulfes - Rinn - Lans - Patsch - Ellbögen - Matrei - B182 - Natters - Axams - Afling - Innsbruck Bij deze uitdagende ronde met veel uitzichten rijdt men eenmaal om Innsbruck heen en wordt geen van de omliggende hoogplateaus vergeten. Door het constante stijgen en dalen komen veel hoogtemeters op de teller. Wie de gehele ronde rijdt, doorkruist veel kleine dorpjes rondom Innsbruck. De tour kan afhankelijk van voorkeur en conditie ieder moment worden ingekort of verlengd. Pauzemogelijkheden zijn langs het traject in kleine cafés en restaurants van de plaatsen aanwezig. Varianten: In Lans bestaat de mogelijkheid voor een afkorting. Fietsers rijden daarvoor via Igls naar Innsbruck. Verdere afkortingen: op de B182 in het Wipptal kan direct naar Innsbruck gereden worden. Wie de toer wil verlengen, rijdt over Kematen naar Zirl extra kilometers in vlak gebied. In Axams wachten verdere hoogtemeters. Daarvoor rijdt men niet het dal in, maar over Grinzens en Tanneben in het Sellraintal. Vanaf daar gaat het weer terug naar Innsbruck of nog verder van de plaats Sellrain over Oberperfuss en Ranggen naar Innsbruck.