Het roken in de twaalf nachten tussen Kerstmis en Driekoningen
tussen 24 december en 5 januari
Het gebruik ontstond oorspronkelijk vanuit het bijgeloof, dat in deze tijd duistere machten konden binnentrekken. Men vermeed het ophangen van de was, zodat daarin geen boze zielen verstrikt konden raken. Urineren voor de staldeuren zou boze kwelgeesten buiten houden, een bosje alsemkruiden boven de staldeur beschermen tegen onheil. Het urineren wordt tegenwoordig voor zover wij weten, niet meer gedaan. De huiselijke ceremonie van het roken wordt echter tegenwoordig nog in veel delen van de Alpen uitgevoerd. Verschillende harsen en wierook, meestal aangevuld met inheemse geurende kruiden, worden in een grote pan gebrand. Met deze pan trekt de familie biddend door het huis en de stal, dankt voor het afgelopen jaar en vraagt voor mens en dier een goede toekomst.